De 21e eeuwse vaardigheden beginnen op veel Nederlandse scholen steeds meer vorm te krijgen. Onder de 21e eeuwse vaardigheden worden die vaardigheden verstaan die kinderen van nu in de toekomst nodig gaan hebben op hun werk. Denk aan digitale geletterdheid, programmeren, maar ook zelfreflectie en samenwerking.
Scholen die aan 21e eeuwse vaardigheden werken, zijn erg modern en vooruitstrevend. Gek genoeg wordt op vrijwel alle scholen de Cito-toets afgenomen. Maar op deze toets komt nog helemaal niets terug van de 21e eeuwse vaardigheden.

Cito-toets in groep 8

Leerlingen maken Cito-toetsen door het hele jaar heen. In januari en in juni worden de Cito-toetsen voor rekenen, begrijpend lezen, spelling, woordenschat en technisch lezen afgenomen. Deze toetsen zijn erg belangrijk, omdat ze een beeld geven van het niveau waarop een kind functioneert.
In groep 8 is er dan de Cito-toets. Deze eindtoets kan op het laatste nippertje nog uitsluitsel geven over het niveau dat een leerling gekozen heeft. Bij een hogere Cito-score kan een hoger advies worden gegeven.
Maar zoals je kunt lezen toetst de Cito-toets puur de vakken die op school gegeven worden. Maar geen 21e eeuwse vaardigheden.

Zijn de 21e eeuwse vaardigheden een vak?

De reden daarvoor is misschien wel simpeler dan gedacht. De reden dat Cito-toetsen de 21e eeuwse vaardigheden niet toetsen, is omdat het geen vak is. Kinderen krijgen op school geen les in 21e eeuwse vaardigheden, zoals ze les krijgen in rekenen, spelling en begrijpend lezen.

Het zijn vaardigheden die door alle lagen heen doorsijpelen. In zowel rekenen, taal als tijdens het begrijpend lezen, moeten de kinderen kritisch kunnen denken, problemen op kunnen lossen, over zelfreflectie kunnen (en durven beschikken) en weten hoe en met wie ze samen moeten werken. De vaardigheden groeien dus met kinderen mee door allerlei vakken heen.
Zeker wereldoriënterende vakken doen goed dienst als manier om de 21e eeuwse vaardigheden nog beter neer te zetten.

Modern toetsen

Wat dat betreft is het dus logisch dat deze vaardigheden niet getoetst worden op de Cito-toets of welke andere eindtoets dan ook. De Cito-toets probeert alleen de cognitieve kant van een leerling in beeld te brengen.
De vaardigheden die een kind heeft opgedaan op de basisschool gaan op een andere manier mee naar het voortgezet onderwijs: het onderwijskundig rapport. Dit is als het ware de overdracht van de basisschool naar de school voor voortgezet onderwijs. Deze overdracht staat los van de score op de Cito-toets.

Overdracht

De wijze waarop de 21e eeuwse vaardigheden door kinderen beheerst worden, kunnen in een onderwijskundig rapport (OKR) heel goed in beeld worden gebracht. De leerkracht schrijft hier stimulerende en belemmerende factoren op en kan dus goed inhaken op de vaardigheden van een kind op het gebied van samenwerking, (zelf)reflectie, kritisch handen, onderzoekende houding, probleemoplossend werken en digitale geletterdheid.
Daarbij zijn de 21e eeuwse vaardigheden in het basisonderwijs nog aan het groeien. Datzelfde geldt ook voor de middelbare school. Het kan dus nog wel even wat tijd nodig hebben voordat deze vaardigheden als vanzelfsprekend worden beschouwd en alle scholen eraan mee doen.

Tot die tijd…

Tot die tijd zal het afwachten zijn. De Cito-toets doet haar werk door het cognitieve niveau van kinderen in kaart te brengen en de leerkracht doet – met behulp van prachtige lesmethodes, waaronder Blink Studio en Staal – zijn of haar best om leerlingen de vaardigheden passend bij de 21e eeuw bij te brengen. Op die manier zal een combinatie ontstaan van leerlingen die zowel cognitief als sociaal handiger, gezonder en sterk in de samenleving staan. Wanneer deze vaardigheden zich goed ontwikkelen, zal een leerling veel meer kansen maken op de toekomstige arbeidsmarkt waar deze vaardigheden (over een tijdje) een vereist zullen zijn.

Lees hier verder als je meer wil weten over de 21e eeuwse vaardigheden.